Betekenis zoom

Op deze pagina vind je 8 verschillende betekenissen of definities van het woord 'zoom’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

zoom

tegen uitrafeling beschermende omslag van het uiteinde van een kledingstuk
VB: Ik moet er nog even een zoom in zetten.

2 0

zoom

eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zomen

VB: Ik zoom.

3 0

zoom

gebiedende wijs van zomen

VB: Zoom!

4 0

zoom

(bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zomen

VB: Zoom je?

5 0

zoom

eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoomen

VB: Ik zoom.

6 0

zoom

gebiedende wijs van zoomen

VB: Zoom!

7 0

zoom

(bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoomen

VB: Zoom je?

8 0

Zoom

Boord, Buitenkant, Buitenzij, Buitenzijde, Marge, Omboordsel, Omlijning, Omtrek, Rand, Zelfkant; Periferie; Limbus

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip zoom toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!