Betekenis zitten
Op deze pagina vind je 5 verschillende betekenissen of definities van het woord 'zitten’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
zitten
(inergatief) op het zitvlak rusten
VB: Ik heb lekker in het zonnetje gezeten.
Er wordt zelden op die stoel gezeten.
zitten
(ergatief) zetelen, plaats genomen hebben
VB: Hij was gezeten op een troon van goud, versierd met diamanten.
zitten
(hulpwerkwoord) duratief hulpwerkwoord
VB: Daar zit verandering in te komen.
Hij heeft die puzzel op zitten lossen.
Zitten
Rusten, Steken, Toeven, Verblijven, Vertoeven, Verwijlen, Zich bevinden, Zich ophouden, Zijn; Neerzijgen, Neerzitten; Brommen; Passen