Betekenis zetel

Op deze pagina vind je 10 verschillende betekenissen of definities van het woord 'zetel’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 4

zetel

"groei en conjunctuur, markten en prijzen: hoofdkantoor; plaats waar een onderneming gevestigd is. ..."

2 3

zetel

"ondernemingsrecht: hoofdkantoor; plaats waar een onderneming gevestigd is. ..."

3 2

zetel

"ondernemingsrecht: hoofdkantoor; plaats waar een onderneming gevestigd is. ..."

4 0

Zetel

Domicilie, Onderkomen, Residentie, Sedes, Verblijf, Verblijfplaats, Woon, Woonplaats, Woonst, Woonstede, Woonstee, Zitplaats; Armstoel, Fauteuil, Stoel; Bijhandelshuis, Bijhuis, Bijkantoor, Bijwinkel, Filiaal, Hoofdkantoor, Succursale

5 0

zetel

zitplaats, meestal in een verheven zin van dat woord
VB: De koning verhief zich van zijn zetel en sprak het gezelschap toe.

6 0

zetel

lidmaatschap van een raad of vergadering, meestal met een beperkt aantal leden
VB: Deze partij zal wel een paar zeteltjes in moeten leveren bij de verkiezingen.

7 0

zetel

plaats waar een organisatie gevestigd is
VB: De zetel van het Europese Hof is in Luxemburg.

8 0

zetel

eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zetelen

VB: Ik zetel.

9 0

zetel

gebiedende wijs van zetelen

VB: Zetel!

10 0

zetel

(bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zetelen

VB: Zetel je?

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip zetel toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!