Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'zegde af’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
10
zegde af
enkelvoud verleden tijd van afzeggen
VB: Ik zegde af.
Jij zegde af.
Hij, zij, het zegde af.