Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'zakte uit’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
10
zakte uit
enkelvoud verleden tijd van uitzakken
VB: Ik zakte uit.
Jij zakte uit.
Hij, zij, het zakte uit.