Betekenis week

Op deze pagina vind je 4 verschillende betekenissen of definities van het woord 'week’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

Week

Bloedeloos, Fijn, Gammel, Jansalieachtig, Krachteloos, Plat, Slap, Slapjes, Wekelijk, Zacht, Zwak, Zwakjes; Deegachtig, Klef, Kleverig, Nattig, Pasteus, Tets, Vettig; Gevoelig, Murw, Ontroerd, Sentimenteel, Teerhartig; Bolwangig, Dik, Gezet, Mollig, Vlezig, Welgedaan

2 0

week

een week gedeelte.
VB: Het is principieel onmogelijk een weersverwachting te maken op een termijn van meer dan twee weken.

3 0

week

zonder weerstandsvermogen of veerkracht
VB: Peren: Gebruik voor het invriezen stevige, in ieder geval niet te weke vruchten.

4 0

week

gevoelig voor emoties.
VB: Hij pakte mijn hand, ik werd helemaal week vanbinnen.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip week toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!