Betekenis vreesde

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'vreesde’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

vreesde

enkelvoud verleden tijd van vrezen

VB: Ik vreesde.
Jij vreesde.
Hij, zij, het vreesde.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip vreesde toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!