Betekenis voor
Op deze pagina vind je 16 verschillende betekenissen of definities van het woord 'voor’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
voor
ten behoeve van, ten gunste van (datief)
VB: Hij geeft cursussen voor beginners en gevorderden.
Kunt u dit voor mij inpakken?
voor
eens met, positief tegenover, ten gunste van, pro
VB: Het raadslid stemde vóór het voorstel.
voor
wat betreft, met betrekking tot, aangaande
VB: Hij is bang voor muizen.
Yolanda kreeg een tien voor taal.
voor
tegen de prijs van, ten bedrage van, tegen
VB: Bij ons krijgt u twee bossen rozen voor 10 euro.
Ik ruilde met de buurjongen tien knikkers voor een bal.
voor
in plaats van, ter vervanging van
VB: Voor jou tien anderen! schreeuwde de ontevreden werkgever.
voor
lijkend op, beschouwd als
VB: De overvallers lieten het slachtoffer voor dood liggen.
Ik hield die man in uniform ten onrechte voor de portier.
voor-
duidt een positie aan die voor of vooraan ligt of een eerdere tijd
VB: In het voorseizoen was men voorstander om de voorkamer te laten afbreken.
Voor
Kielspit, Ploegsnede, Vore; Frons, Fronsel, Gleuf, Groef, Groeve, Ribbeling, Rimpel, Gleuf, Groeve, Ribbeling, Rimpel; Ante, Vooraf, Voorafgaand aan; Binst, Gedurende, Stande, Tijdens; Naar; Ad, Te, Tot; Voordat; Om; Pro; Vooraan; Mits; Voren
voor
Te gebruiken om iets te beschrijven dat zich aan of bij de voorkant of het belangrijkste deel van iets bevindt. Gebruik 'voorkanten', uit de hiërarchie Onderdelen als verwijzing naar deze delen zelf. Gebruik 'frontaal' in de zin van naar de kijker toe gewend zijn, zoals een figuur in een schilderij.
voor
aan de voorkant
VB: Bob hangt iedere avond uren voor de televisie.
Piet parkeert zijn auto voor de winkel.