Betekenis uitvaren
Op deze pagina vind je 4 verschillende betekenissen of definities van het woord 'uitvaren’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
Uitvaren
Blaffen, Briesen, Bulderen, Daveren, Donderen, Fulmineren, Kafferen, Ketteren, Krijsen, Oppijpen, Opspelen, Opstuiven, Over de rooie gaan, Razen, Sakkeren, Schelden, Schreeuwen, Tekeergaan, Tieren, Toornen, Uitvallen, Vloeken, Woeden
uitvaren
(ergatief) met een vaartuig een nauw water, zoals een haven verlaten
VB: Zij voeren de sluis uit.
uitvaren
(ergatief) zijn zelfbeheersing verliezen en meer zeggen dan verstandig is
VB: Toen hij dat hoorde voer hij uit tegen haar dat de glazen er van rinkelden.