Betekenis uitplantte

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'uitplantte’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

uitplantte

(in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitplanten

VB: ... dat ik uitplantte.
... dat jij uitplantte.
... dat hij, zij, het uitplantte.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip uitplantte toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!