Betekenis uitbreidde

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'uitbreidde’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

uitbreidde

(in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitbreiden

VB: ... dat ik uitbreidde.
... dat jij uitbreidde.
... dat hij, zij, het uitbreidde.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip uitbreidde toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!