Betekenis trok

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'trok’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 -2

trok

enkelvoud verleden tijd van trekken

VB: Ik trok.
Jij trok.
Hij, zij, het trok.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip trok toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!