Betekenis timmeren
Op deze pagina vind je 4 verschillende betekenissen of definities van het woord 'timmeren’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
Timmeren
Klappen, Klappen, Geven, Klapperen, Meppen, Mishandelen, Neuken, Op de broek geven, Pekken, Rammen, Slaan, Stompen, Turven; Hameren, Nagelen, Sprijkeren
timmeren
(inergatief) houten zaken in elkaar zetten
VB: Hij kan erg goed timmeren; hij heeft gisteren die hele tafel gemaakt.
timmeren
(inergatief) herhaaldelijk (met een hamer) op iets slaan
VB: Stop alsjeblieft met dat timmeren op je tafel.
timmeren
De kunst van het bouwen in hout, vooral van gebouwen en andere constructies, zoals het installeren van vloeren, vensters en ander lijstwerk. Voor het maken van schrijnwerk en ingewikkeld houtwerk wordt 'kastenmaken' gebruikt. Als algemenere aanduiding voor werken in hout wordt 'houtwerk' gebruikt.