Betekenis thuiskwam

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'thuiskwam’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

thuiskwam

(in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van thuiskomen

VB: ... dat ik thuiskwam.
... dat jij thuiskwam.
... dat hij, zij, het thuiskwam.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip thuiskwam toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!