Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'sproot’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
enkelvoud verleden tijd van spruitenVB: Ik sproot. Jij sproot. Hij, zij, het sproot.
Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip sproot toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!
Begrip*:
Betekenis*:
Voorbeeld:
Synoniemen:
Bron:
Uw naam: