Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'salueerde’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
1-2
salueerde
enkelvoud verleden tijd van salueren
VB: Ik salueerde.
Jij salueerde.
Hij, zij, het salueerde.