Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'riep op’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
1-1
riep op
enkelvoud verleden tijd van oproepen
VB: Ik riep op.
Jij riep op.
Hij, zij, het riep op.