Betekenis periode
Op deze pagina vind je 11 verschillende betekenissen of definities van het woord 'periode’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
periode
(wiskunde) interval waarin een functie zich herhaalt
VB: De sinus en cosinus zijn functies met een periode van 2π.
periode
bepaald tijdsbestek tussen twee tijdstippen
VB: Na de ontdekking van de zeeweg naar Indië volgde er een periode van grote bloei voor Portugal.
periode
(wiskunde) een groep cijfers die zich in een reeks blijft herhalen
VB: We zoeken naar een uitkomst met perioden van meer dan vijf cijfers.
periode
(scheikunde) een reeks elementen gerangschikt naar opklimmend aantal protonen tussen twee edelgassen
VB: Zwavel en zuurstof zijn elementen die tot dezelfde groep maar een andere periode behoren.
periode
(geologie) een tijdperk dat deel uitmaakt van een era en bestaat uit subperiodes en tijdvakken
VB: het krijt en het jura zijn periodes van het era mesozoïcum.
periode
(taalkunde) een tekstgedeelte met breed uitgewerkte volzinnen
VB: Hij beschreef haar gedachten in een periode met veel holle retoriek.
periode
(natuurkunde) één volledige cyclus van zich herhalende verschijnselen als pulsreeksen, trillingen of golven
VB: Het aantal malen dat een periode in een seconde wordt waargenomen, noemt men de frequentie van dat verschijnsel.