Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'oefende’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
1-1
oefende
enkelvoud verleden tijd van oefenen
VB: Ik oefende.
Jij oefende.
Hij, zij, het oefende.