Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'loenste’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
1-1
loenste
enkelvoud verleden tijd van loensen
VB: Ik loenste.
Jij loenste.
Hij, zij, het loenste.