Betekenis hebben

Op deze pagina vind je 17 verschillende betekenissen of definities van het woord 'hebben’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

Hebben

Bezitten, Genieten, houden; Behelzen, Besluiten, Bevatten, Inhouden, Omvatten, Tellen; Voeren; Vertonen

2 0

hebben

(hulpwerkwoord) gebruikt voor de vorming van de voltooide tijden

3 0

hebben

(absoluut) (rechtmatig of wederrechtelijk) bezitten
VB: Ik heb een mooi huis.

4 0

hebben

(absoluut) als onderdeel hebben, omvatten, bevatten
VB: Een auto heeft vier wielen.

5 0

hebben

(absoluut) lijden aan
VB: Hij heeft aids.

6 0

hebben

(absoluut) in dienst hebben
VB: Het bedrijf heeft 50 werknemers.

7 0

hebben

(absoluut) de ouder zijn van
VB: Hij heeft drie kinderen.

8 0

hebben

(absoluut) in zijn macht hebben
VB: De rebellen hebben de hoofdstad.
De politie heeft de verdachte.

9 0

hebben

(absoluut) als taak zich bezig moeten houden met
VB: Klas 2C heeft nu Frans.
Dhr. Anthonis heeft deze klant.

10 0

hebben

(absoluut) overweg kunnen met
VB: Ik kan hem niet hebben.

11 0

hebben

(absoluut) weerstaan, doorstaan
VB: Die vertraging kunnen we er niet meer bij hebben.
Dit team kunnen we hebben.

12 0

hebben

(absoluut) een relatie hebben
VB: Hij heeft met Linda.

13 0

hebben

(absoluut) ~ te: moeten, verplicht zijn
VB: Dat heb je maar te doen!

14 0

hebben

(absoluut) ~ over: als onderwerp van gesprek hebben
VB: Waar heeft u het eigenlijk over?

15 0

hebben

(absoluut) ~ aan: van nut zijn
VB: Daar heb je helemaal niets aan.

16 0

hebben

hebben + voltooid deelwoord: hulpwerkwoord van de voltooide tijd

17 0

hebben

hebben + te: moeten: Wij hebben dit te accepteren

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip hebben toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!