Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'gluipte’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
11
gluipte
enkelvoud verleden tijd van gluipen
VB: Ik gluipte.
Jij gluipte.
Hij, zij, het gluipte.