Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'foeterde’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
1-2
foeterde
enkelvoud verleden tijd van foeteren
VB: Ik foeterde.
Jij foeterde.
Hij, zij, het foeterde.