Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'fleemde’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
1-1
fleemde
enkelvoud verleden tijd van flemen
VB: Ik fleemde.
Jij fleemde.
Hij, zij, het fleemde.