Betekenis flaneerde

Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'flaneerde’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

flaneerde

enkelvoud verleden tijd van flaneren

VB: Ik flaneerde.
Jij flaneerde.
Hij, zij, het flaneerde.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip flaneerde toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!