Betekenis breken

Op deze pagina vind je 7 verschillende betekenissen of definities van het woord 'breken’, geordend van meest populaire betekenis naar minst populaire. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.

1 0

breken

Het in stukjes uiteensplijten of in delen of scherven uiteenspatten, meestal plotseling en hevig, als gevolg van een klap of drukuitoefening.

2 0

Breken

Begeven, Kapotgaan, Knakken, Knappen, Openbarsten, Scheuren, Springen, Stukgaan; Afbreken, Kapotmaken, Kapotslaan, Kraken, Krakken, Mollen, Openbreken, Scheuren, Stukmaken, Stukslaan, Verbrijzelen, vermorzelen, Vernielen; Ingooien, Inslaan; Schenden, Schennen, Verbreken; Verbrokkelen, Verdelen; Braken

3 0

breken

(ergatief) (algemeen) in stukken uiteenvallen
VB: De ruit is vanmiddag gebroken.

4 0

breken

(ergatief) een doorgang, scheiding forceren

5 0

breken

(ergatief) (van de jongensstem) wisselen
VB: In de puberteit breekt de jongensstem

6 0

breken

(ergatief) (natuurkunde) (optica) veranderen van richting van stralen
VB: licht dat door middel van een prisma afgebogen wordt

7 0

breken

(overgankelijk) in stukken uiteen doen vallen
VB: Vanmiddag brak een hevige windvlaag de ruit van de voorkamer.

Voeg in onderstaand formulier een betekenis van het begrip breken toe. Velden met een ster (*) zijn verplicht!