Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'bleef weg’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
10
bleef weg
enkelvoud verleden tijd van wegblijven
VB: Ik bleef weg.
Jij bleef weg.
Hij, zij, het bleef weg.