Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'besloeg’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
1-2
besloeg
enkelvoud verleden tijd van beslaan
VB: Ik besloeg.
Jij besloeg.
Hij, zij, het besloeg.