Op deze pagina vind je 1 betekenis of definitie van het woord 'begrootte’. Indien je zelf nog een definitie of synoniem kent, kan je deze onderaan deze pagina toevoegen.
1-1
begrootte
enkelvoud verleden tijd van begroten
VB: Ik begrootte.
Jij begrootte.
Hij, zij, het begrootte.